Als kind heb je naast prettige ervaringen vast ook minder fijne en mogelijk zelfs pijnlijke ervaringen opgedaan. Je werd niet begrepen, je mocht niet huilen of boos zijn, je werd niet gezien of er waren veel ruzies in het gezin. Misschien waren er zelfs ervaringen die zo onveilig of bedreigend waren dat je ze niet goed hebt kunnen verwerken. Door deze ervaringen heb je overtuigingen gekregen. Zo heb je bijvoorbeeld als kind bedacht: ‘Als er ruzie is moet ik me stil houden anders wordt het nog erger’ of ‘als ik verdriet heb mag ik niet huilen, ik moet sterk zijn’. Hoe klein je ook was, je hebt op zulke momenten overtuigingen aangenomen.
De overtuigingen die je als kind bedacht hebt helpen je in je latere leven niet meer, integendeel, ze werken je tegen. Je overtuigingen bepalen onbewust hoe open of gesloten, hoe vrij of onvrij je bent. Ze kunnen je gevangen houden in oude en ongezonde gewoontes.
Vaak merk je wel dat bepaald gedrag of bepaalde gedachten steeds terugkeren en je er weinig invloed op lijkt te hebben. Zo kan het voorkomen dat je reageert vanuit je kind zijn in plaats vanuit je volwassene. Iets triggert je dan waar je jezelf in je kinderjaren van overtuigd hebt. Bijvoorbeeld; wanneer op je werk een ruzie/meningsverschil ontstaat en er wordt je gevraagd om je mening of reactie. Het lukt je niet om iets te zeggen; immers jouw overtuiging is: ‘Als er ruzie is, moet ik me stil houden.’ Je doet dit om het gevoel dat je als klein angstig kind hebt gevoeld niet langer te hoeven voelen en om nieuwe angsten te voorkomen. Het is een manier om jezelf te beschermen.
Innerlijk kind werk is een therapie die je terugvoert naar het ontstaan van je overtuigingen die je in je jongste jaren hebt aangenomen. Je gaat aan de slag met je onverwerkte emoties uit je jonge levensjaren. Dit zodat je ervaringen uit je kindertijd geen negatieve invloed meer hebben op je volwassen ik en je reageert vanuit je volwassen ik.